Het is geen leuk karwei, maar je kamerplant moet je soms verpotten om er lang plezier van te hebben. Je hebt het vast wel eens meegemaakt dat je kamerplant maar niet lijkt te groeien of gele en dode bladeren krijgt. De oorzaak is vaak dat de potgrond geen of weinig voedingsstoffen meer heeft. De potgrond lijkt dan vaak op droge grijze stof. In dat geval is het verstandig om je kamerplant te verpotten naar een grotere pot met nieuwe grond.
In het stappenplan hieronder vind je een uitleg hoe je het beste een kamerplant kunt verpotten. Dit doe je bij voorkeur ieder jaar.
Allereerst kies de juiste potmaat
Kies een pot die iets groter is dan de huidige pot van de plant, zodat de wortels voldoende ruimte hebben om te groeien. Zorg er wel voor dat de nieuwe pot niet te groot is, want anders kan de grond te vochtig blijven en kunnen de wortels gaan rotten. Heb je geen grotere pot? Gebruik dan de bestaande pot. De kamerplant zal niet groter worden, maar het ieder jaar verversen van nieuwe grond zal je plant goed doen.
Bereid de nieuwe pot voor
Zorg ervoor dat de nieuwe pot schoon is en dat er aan de onderkant een aantal gaten zitten voor de afwatering. Lukt dat niet, dan kun je er ook voor kiezen om een laagje kiezels op de bodem van de pot te leggen zodat water niet in de grond blijft zitten. Daarmee voorkom je wortelrot.
Maak de grond klaar
Bereid de grond voor door een goede kwaliteit potgrond te gebruiken. Dit zorgt voor een goede drainage en voeding voor de kamerplant.
Haal de plant uit de oude pot
Gebruik je handen of een schepje om de plant voorzichtig uit de oude pot te halen. Zorg ervoor dat je de wortels niet beschadigt.
Maak de wortels los
Maak voorzichtig de wortels los, zodat ze zich beter kunnen verspreiden in de nieuwe pot. Klop hiervoor voorzichtig met je handen of een schepje tegen de wortels. De oude grond tussen de wortels haal je daarmee makkelijker weg.
Plaats de plant in de nieuwe pot
Plaats de plant in het midden van de nieuwe pot en vul de pot vervolgens aan met nieuwe potgrond. Druk de potgrond aan totdat de plant stevig vast zit en de grond gelijkmatig verdeeld is.
Geef de plant water
Geef vervolgens de plant na het verpotten ruim water, zodat de grond goed vochtig wordt. Dit zorgt ervoor dat de plant goed kan groeien en zich kan aanpassen.
Juiste plek
Verzorg de plant goed door hem op de juiste plek te zetten (op basis van de lichtbehoefte van de plant), hem regelmatig water te geven en te bemesten als dat nodig is met vloeibare plantenvoeding. Op die manier zal de plant gezond blijven en goed kunnen groeien.